Simon Ogwang, CEFARH

Een doorzetter, vooral om ánderen te helpen

Doorgaan, vooral doorgaan, niet te lang blijven hangen in het trauma. En proberen een vak te leren, zodat een toekomst kan ontstaan. Een helingsproces in Oeganda, na de lange jaren van oorlog en het alom aanwezige (seksueel) geweld, betekent vooral naar voren kijken. Get over it. Bij de ontmoeting met verschillende leiders van partnerorganisaties van Haella in Oeganda, is ook Simon Ogwang (34).  Met zijn levendige ogen, heldere analyses en rustige interventies is hij een natuurlijke leider. Hij is tot 2006, tot het einde van de vreselijke oorlog in Noord Oeganda een van de tienduizenden kindsoldaten geweest, in 2002  ontvoerd door de rebellen van de Lord’s Resistance Army (LRA).

Simon, afkomstig uit de armste familie uit het dorp en als ‘son born out of a marriage’ niet geaccepteerd door de omgeving en bij verre familie ondergebracht, was amper 12 jaar oud. Hij was bezig met water halen samen met zijn nicht. Ze hoorden iets in de struiken en toen stonden de geweren op hen gericht. ‘Kies nu of je wilt sterven of met ons meegaat’.  Simon wilde alles doen om te voorkomen dat zijn nicht – zoals gebruikelijk bij deze ontvoeringen – werd verkracht. Ze gingen mee met de rebellen en kwamen in een kamp terecht waar ze ingezet werden als dragers; ze werden geslagen, mishandeld. Simon bleef altijd in de buurt van zijn nichtje maar viel ook op bij de legerleiding door zijn kracht én koppigheid. Een vrouwelijke officier trok zich hun lot aan.  “We kregen van haar opdracht om op woensdag naar de markt in de buurt te gaan, zij zou rugdekking geven in de tweede linie. En dan om precies 10 uur moesten we naar links  rennen, richting een tankstation. Daar zouden goede mensen op ons wachten. We deden wat ze zei, maar het plan was verraden. De LRA schoot deze officier in de rug toen we op de markt arriveerden. Ze bloedde dood, terwijl we niets konden doen. Ik wist alleen dat we moesten rennen.”

De twee kinderen kwamen via een ‘rehabilitation camp’ weer op school terecht in hun dorp, maar werden met de nek aangekeken door medescholieren. Bij de stigmatisering op de LRA, of je er nou vrijwillig zat of gedwongen, werd geen onderscheid gemaakt naar daders of slachtoffers. Stigmatisering van slachtoffers is nog steeds een groot probleem in Oeganda, of het nu gaat om ontvoering, verkrachting en (seksueel) geweld.

Simon hield het echter niet uit op school, en besloot als 15-jarige terug te gaan naar het kamp. De wreedheden echter waren teveel voor hem: hij begon te vechten voor gerechtigheid, toen hij moest toekijken hoe jonge vrouwen werden verkracht. Hij werd verplaatst van het ene naar het andere kamp vanwege zijn opstandige gedrag als hij onrecht zag. Uiteindelijk kon Warchild zich over hem ontfermen en een medische opleiding mogelijk maken. En werd hij op 19-jarige leeftijd herenigd met zijn moeder, met wie hij voor het eerst door lange gesprekken over het verleden, en haar moeilijke keuze om hem te moeten afstaan, een band kon opbouwen. Het gaf hem identiteit en rust.

Simon koos niet voor het geld, dat een arts kan verdienen. Hij richtte een organisatie op om jongeren een toekomst te geven, genaamd CEFARH: Centre for Adolescent Reproductive Health. CEFARH begon met als doel jonge mensen te helpen die getroffen zijn door HIV/AIDS, het terugdringen van tienerzwangerschappen en het terugdringen van kindhuwelijken. De activiteiten en reikwijdte van de organisatie zijn in de loop der jaren verbreed. Onlangs startte de organisatie een formeel beroepsinstituut. Helaas verkocht de verhuurder het pand, waardoor CEFARH en de studenten geen alternatieve plek meer hadden voor de activiteiten. Simon gaf zijn woonhuis op, zodat de 39 studenten konden studeren en ging op zoek naar een kamer. Dit zorgde ervoor dat zijn vrouw vanwege deze beslissing uit Simons leven vertrok, een verdrietig proces.

Door de inzet van Simon zijn veel jonge levens, die getraumatiseerd zijn door geweld en armoede, positief veranderd. Ruim 535 jongeren hebben inmiddels trainingen kunnen volgen bij CEFARH. Er worden verhalen gedeeld, maar de overdracht van vaardigheden is het belangrijkst. De armoede is schrijnend in Noord-Oeganda. “Pas als je te eten hebt, kun je nadenken.” Simon blijft voor het werk kiezen, ‘onder de boom, niet in dure kantoren’. Hij zegt dat hij niet op zijn geweten wil hebben, dat jongeren op straat blijven hangen of door moeten gaan met prostitutie, voor 1 euro per keer. “Als ik deze regio verlaat, vergeet ik mijn verleden. Dat mag nooit gebeuren.” 

CEFARH is gesteund door diverse kleine internationale organisaties en een vriendennetwerk. Gedurende de lastige periode van Covid-19 hielp de Italiaanse Alessandra CEFARH met fondswerving; helaas is zij kort daarna overleden.

Op dit moment is Simon’s grote droom dat CEFARH door meer steun in staat zal zijn een eigen school te bouwen die het grootste beroeps- en innovatiecentrum zal zijn voor alle jongeren in heel Noord-Oeganda. Ze hebben de grond al gekocht en hopen op geld om klaslokalen en slaapzalen te bouwen. Maar de naam voor de school heeft hij al bedacht: “Alessandra technisch – en beroepsinstituut”.